Vanaf het dak van Friterie Bertrand aan de voet van de Wanne
richt ik me met dit wedstrijdverslag tot de trouwe lezers van dit blog. Ik zit
namelijk een weekje in België, samen met Tabitha, om plannen te maken voor de
toekomst. In dit stadium op top secret-basis, maar ik kan alvast verklappen dat
we groots denken.
Terug naar zaterdag 9 juni. Om vier uur in de namiddag
verzamelt zich op het strand voor het NH Hotel – sponsor van de Nederlandse
offroad triathlon selectie – diezelfde selectie voor de allereerste cross-off
in de Nederlandse triathlongeschiedenis. De reden: 14 juli 2012 staat in
Kijkduin het EK offroad op het programma. Voor degenen die filmpje willen kijken: hieronder alvast het Youtube-verslag van de cross-off.
Via allerlei selectiewedstrijden en
kwalificatiemomenten zijn voor het EK offroad bijna alle plaatsen ingevuld. Bij de heren
elite zijn vijf van de zes om precies te zijn. Ik zit daar niet bij en mag het,
samen met Joost Christaans, Arie de Jong en Hendrik Venema, uitvechten wie de
laatste plaats mag opeisen. Daarvoor is dus deze cross-off. Naast ons vieren
start een groot gedeelte van de atleten die zich al van een startbewijs
verzekerd weten. Waaronder Evert Scheltinga, de NK offroad-kampioen van 2012.
Zijn weelderige haardos komt aan alle kanten door zijn helm heen, zodat ik
mezelf hoor zeggen: ‘er zit helm tussen je haar’. In totaal (dames en heren
junioren, onder 23 en elite) staan we met iets van 20 man aan de start.
Voor mij is dit de enige kans me te kwalificeren. Ik ben, op
een goede manier, gespannen. Kijkduin ligt mij (ik won hier in 2007 en 2010) en
ik zou het een eer vinden voor Nederland op het EK te mogen uitkomen. Wat mijn
hart doet opspringen van vreugde is de wind en de zee. De wind blaast met een
Beaufortje of 6 over het strand, zodat je tegenwind bijkans gezandstraald
wordt. De zee is wild. Op de koppen van de golven staan schuimkoppen en tijdens
het inzwemmen word ik een paar keer gespoeld. (Gespoeld worden is een
zelfbedachte term die betekent dat
een golf boven je breekt en vol over je heen komt). Je komt vanzelf weer
boven, maar ontspannen zwemmen is het niet in dit soort omstandigheden. Het kan
wel intimiderend zijn. Ik vind het vooral gaaf.
Boeien ontbreken voor deze officieuze wedstrijd. In plaats
daarvan zigzaggen twee boten van de reddingsbrigade 200 meter uit de kust. Het
doel is tot op de hoogte van de boten te zwemmen, weer terug naar de kust, een
stuk over het strand lopen en dat nog een keer te herhalen. Vervolgens twee
rondes fietsen (iets van 20 kilometer) en twee rondes lopen (6 kilometer).
Na het startschot knallen we de 13 graden koude Noordzee in.
De golven beuken je weer terug op de kust. Zoals Jarrich van Woersem het
tijdens het inzwemmen uitdrukte: ‘ik heb 20 meter gezwommen en ben 10 meter
vooruitgegaan’. Alleen Cornelis Scheltinga krijgt het vooral elkaar om de
brekers te ontlopen. Hij is verreweg als eerste terug. Ik blijk een flinke
detour gemaakt te hebben en kom op ruim 2 minuten, als negende, uit het water.
De tweede ronde laten we maar zitten, het is al heel wat dat we allemaal weer
levend uit de woeste baren terug zijn gekomen.
Na een bizar slechte wissel – ik krijg mijn wetsuit moeilijk
uit – spring op de van vriend Sjoerd Bult geleende 29-er. Wat een genot is het
om op deze fiets hier te mogen rondrijden. Een seconde of dertig voor me uit
zie ik een groepje van vier rijden: Diederik Scheltinga, Jarrich, Milan Brons
en Tjardo Visser. Meter voor meter kruip ik dichterbij en in de laatste klim in
de Puinduinen kan ik aansluiten. Ik merk dat ik het gas vol heb opengetrokken
wanneer we weer vanaf de duinen het strand oprossen. Ik maak een verkeerde keuze
door een kerende auto (die nietsvermoedend is van de belangen die wij op de
mountainbike aan het verdedigen zijn) in en mis daardoor de aansluiting met de
groep op het strand. Drie man kan ik bijhalen, maar Diederik is gevlogen: die
rijdt kneiterhard weg. Als tweede van ons groepje en als zevende overall begin
ik aan de tweede ronde. Ook op die positie kom ik in het parc fermé voor de
loopwissel.
Die gaat een stuk beter dan de eerste wissel. De loopronde
van drie kilometer is weer wat zwaarder dan in voorgaande jaren: eerst twee
kilometer op en af door de duinen over zand- en schelppaden en vervolgens over
het strand terug. Met de wind recht in je giechel. Mijn benen blijken het
fietsen goed te hebben verteerd en ik kan lekker rammen. Ik haal een mannetje
in en zie even later Joost Christiaans voor me lopen: een van de gegadigden
voor de laatste selectieplaats. Wanneer ik hem bijhaal, vertelt hij fout te
zijn gereden en gelopen. Erg zuur voor hem. Inmiddels weet ik dat ik van de
niet-geselecteerden de eerste ben. De tweede ronde zie ik (junior!) Milan Brons
en Diederik Scheltinga voor me uit lopen. Ik kom dichterbij, maar kom net te kort
om voor het laatste stuk strand tegen de wind in aan te sluiten. Zij wisselen
mooi de kopbeurten af en komen zo als nummers drie en vier binnen. Ik finish
als vijfde, op iets van twee minuten van winnaar Evert Scheltinga. Rorik
Schouten draait ook erg goed en is tweede.
‘s Avonds krijg ik de officiële bevestiging van bondscoaches
Johan Neevel en Rob Barel dat ik erbij zit. Erg mooi. Ik weet waar ik sta en
wat ik de komende weken mag doen om op 14 juli voor Nederland op het EK uit te
komen.