Zaterdag 21 mei sta ik aan de start van mijn eerste Nederlandse triathlon van dit seizoen: de 1/8 triathlon van Krimpen aan den IJssel. Na het WK offroad in Extremadura heb ik deze wedstrijd uitgekozen om te kijken hoe het zit met de vorm. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik liever een kwart triathlon had gedaan, maar die was niet voorhanden in Krimpen.
Dat betekent dat ik aan de start sta van mijn derde 1/8 triathlon in mijn 21-jarige triathlonloopbaan. Ik houd nu eenmaal meer van het langere werk. Maak niet de fout te denken dat zo'n 1/8 triathlon makkelijker is dan, zeg, een halve triathlon: een wedstrijd is niet zwaar omdat het lang duurt. Hoe zwaar een wedstrijd is hangt vooral af van de intensiteit. En op de 1/8 ligt die erg hoog.
Tegenstand is er volop. Peter de Vries, tweede op het NK sprint 2010, staat aan de start. Een andere snelle man is Richard de Groot. Ik ben blij dat er mannen zijn die me onder druk kunnen zetten, want ik wil van deze wedstrijd leren waar ik momenteel sta en wat er nog moet gebeuren richting de piekwedstrijden later dit seizoen: het NK halve triathlon in Didam en het NK offroad in Kijkduin.
De wedstrijd in Krimpen is simpel en puur. Ik houd daarvan. Het zwemmen vind plaats in een surfvijver: starten vanaf een zandstrandje, 250 meter rechtuit, een keerpunt, en 250 meter terug. Dan een korte, overzichtelijke wisselzone, vervolgens een rechte strook asfalt van 5 km 2 maal op en neer fietsen, weer door de korte wisselzone, en twee rondes van 2,5 km lopen. Het weer is prachtig, de benen voelen goed, en het inzwemmen gaat lekker in het 16 graden koele water. Het doet me deugd mensen te zien deelnemen die in wapperende bermuda, zonder wetsuit, zwembril of badmuts, het water ingaan. Daarna op een gewone fiets, en na anderhalf uur apetrots finishen. Bragging rights for the rest of the month. Dat zouden meer mensen moeten doen.
Foto's: Berteke de Jong
Na het startschot ben ik goed weg. Peter de Vries start links, zwemt zich direct los, en waaiert uit naar rechts, een stuk uit de ideale lijn. Ik start in het midden, zie Peter wegzwemmen, en vraag me af of ik of hij de foute koers aanhoud. Hij dus. Pal langs de lijn zwemt twee man, en ik kan in hun voeten aanhaken. Ik moet daarvoor wel volle bak zwemmen. Peter heeft voldoende zwemsnelheid om ruim als eerste te keren en op de terugweg nog verder uit te lopen. Ik ben onddertussen blij dat ik het leven heb. Richard de Groot zwemt hard door, op zijn voeten ligt een badmutsloze, mij onbekende triatleet, en twee meter daarachter lig ik. Die twee meter krijg ik niet dicht, maar het tweetal loopt ook niet verder uit.
Als vierde kom ik uit het water. Door een van m'n beste wissels ooit - ITU-stijl: badmuts en brilletje af, sprintend door het parc fermé, ondertussen wetsuit openen en tot aan de middel afstropen, helm opzetten en ondertussen met de benen de rest van het wetsuit uittrappen - zit ik als tweede op de fiets. De eerste kilometer gebruik ik om snelheid te maken en de achtervolgers op achterstand te rijden. Pas daarna gun ik me even tijd om de voeten in de schoenen te doen. Het gat met Peter de Vries schat ik op dertig, veertig seconden: in de verte zie ik hem rijden.
Het is jaren geleden dat ik een hartslagmeter droeg tijdens wedstrijden. Vandaag race ik op gevoel, en gebruik ik een Garmin en Powertap om hartslag en vermogen te meten. De cijfers vallen niet tegen: de hartslag zit constant tussen 165 en 162. Tien jaar geleden was dat 7 tot 10 slagen hoger: in mijn geval klopt de vuistregel van 1 hartslag minder per jaar dus heel behoorlijk. Het wattage schommelt tussen 330 en 400 Watt. Op zich niet verkeerd, maar op de een of andere manier kom ik maar niet op snelheid. Terwijl er praktisch geen wind staat en ik netjes in de tijdrithouding vol op de pedalen stamp.
Op het keerpunt zie ik Peter voor me rijden. Ik ben maar iets dichter gekomen. Richard de Groot, en iets daarna Bart in 't Veld, zitten niet al te ver achter me. Het is één tegen één, en we rijden voor wat we waard zijn. Dat vind ik mooi.
De tweede ronde kan ik iets meer snelheid maken, en merk ik dat ik begin in te lopen op Peter. Met nog 8 kilometer te gaan is het verschil dik twintig seconden. Ik kan vooral de laatste vijf kilometer nog wat extra's vinden en nader Peter aan het eind van het fietsen tot op een meter of dertig. Het lopen zal de beslissing brengen.
Na weer een goede wissel ga ik hard weg in een poging tot bij Peter te komen. Dat gaat 100 meter goed, waarna de krampscheuten door allbei m'n kuiten schieten. Die vinden deze intensiteit niet zo leuk. Peter ziet er fris uit en loopt makkelijk van me weg. Ik moet voor elke kilometer vechten en dwing mezelf om zo hard mogelijk te blijven lopen. Die vijf kilometer duren voor m'n gevoel een uur. Precies zoals ik het vandaag wil doen: volle bak van start tot finish. Als tweede, een minuut na Peter, die erg sterk loopt, finish ik. Richard de Groot komt een minuutje na mij binnen na ook een goede wedstrijd.
Het was goed om in Krimpen te zijn. Ik weet weer waar ik sta, en kan m'n to-do trainingslijstje voor de komende periode opstellen. Elk jaar vind ik het weer een mooie uitdaging om alle puzzelstukjes te benoemen en op z'n plaats te leggen voor de piekwedstrijden.
Het volgende ijkmoment is de halve triathlon van Westervoort, donderdag 2 juni. Lekker lang!
Uitslag 1/8 triathlon Krimpen aan den IJssel, zaterdag 21 mei 2011
1. Peter de Vries 53:08
2. Bert Flier 54:12
3. Richard de Groot 55:00