Sterker nog, er zijn al fantastische verhalen te vertellen voordat het startpistool zelfs maar is getrokken. De Beach Challenge is al een week eerder Wereldnieuws geweest. Ten minste, in Nederland. Zelfs het Journaal is gehaald, en alle nationale kranten. Het AD bericht:
Reddingsactie voor trainende atleten
Door MARC KONIJN
DEN HAAG - Een training van 28 triatleten in zee bij Kijkduin is dit weekend geëindigd in een reddingsactie. De sporters waren aan het trainen voor de Beach Challenge, een sportevenement dat komend weekend in Kijkduin wordt gehouden.
Bij de zwemoefening raakten sommigen door het slechte weer, de sterke wind en het springtij in de problemen. Zij sloegen alarm. Volgens de hulpdiensten zijn vijf mannen door het oog van de naald gekropen omdat ze geen zwemervaring op zee hadden. Volgens de triatleten was er weinig aan de hand. "Hoezo reddingsactie?'' zegt Frank Hamelink. "We zijn allemaal op eigen kracht het water uitgekomen.'' Bij de Beach Challenge moeten de deelnemers mountainbiken in de duinen, rennen op het strand en zwemmen in zee. Omdat dit laatste 'iets aparts' is, werd vrijdag een speciale les gehouden. "De zee was wild, maar het was veilig,'' zegt Hamelink. ,,We hadden allemaal wetsuits aan, zodat je blijft drijven. Een enkeling kwam niet door de branding heen en sloeg alarm. Toen wij met zijn allen terugkwamen, stond het strand vol met ambulances en politie. Ik wist niet wat ik zag.'' Wat is er gebeurt? Elk jaar organiseert de organisatie voorafgaand aan de wedstrijd een paar clinics: kennis maken met het fietsen op het strand en in de Puinduinen, het lopen door de duinen en over het strand, en natuurlijk met zwemmen in de zee. Zeezwemmen is namelijk wat anders dan baantjes trekken in het zwembad. Vooral wanneer het waait en er golven staan; de omstandigheden tijdens de zwemclinic van vrijdag 10 juni.
Tijdens de zwemclinic is door een paniekerige vrouwelijke wederhelft, die haar in de Noordzee zwemmende man uit het oog was verloren (een recreant, niet een deelnemer aan de clinic), alarm geslagen. De media berichtten van het uitrukken van de KNRM, strandpolitie, en ambulances om afgedreven triatleten uit de Noordzee te plukken. Het bleek bij nader inzien dus niet om de trainende triatleten te gaan, maar dat is niet wat in de media is gekomen. Toen de reddingsdiensten ter plaatse arriveerden, hadden alle triatleten inmiddels weer vaste grond onder de voeten. Niet zonder slag of stoot trouwens. Het merendeel kan zelf terugkomen, maar sommigen kwamen simpelweg niet door de branding heen en zijn door de golven terug het strand op geworpen. Een paar andere triatleten die wel door de branding kwamen, zijn met hulp van Samaritaans ingestelde mede-triatleten tegen het aflandige tij in weer terug aan wal gekomen. De enige averij die sommigen hadden opgelopen was een verstoord evenwichtsgevoel, of een door de zee geconfisqueerd zwembrilletje.
Een paar dagen was Kijkduin weer in het nieuws. De maandag voor de wedstrijd spoelden enkele kilo's cocaïne op de stranden van Kijkduin en Scheveningen aan, waarschijnlijk losgeslagen van de kiel van een passerend schip. Weer een paar dagen later heeft de KNRM 34 afgedreven recreatieve zwemmers moeten redden uit de zee, wederom door een westenwind die voor aflandig tij zorgde. Zaterdag waait en regent het van jewelste. Westenwind, dus weer kans op ongewenst langdurig verblijf in de Noordzee. Alles bij elkaar opgeteld was het zwemonderdeel bij voorbaat al discutabel. Want niemand zit te wachten op een groep gedesoriënteerde en door kilo's drijvende cocaïne omgeven triatleten dobberend voor de kust van Nederland.
De geest van de Beach Challenge is toch nog altijd die van Niet Opgeven. Daarom zijn zaterdagochtend, onder bijna apocalyptische omstandigheden, door de organisatie toch pogingen ondernomen het zwemparcours uit te zetten. Toen bleek dat de boeien niet konden worden uitgezet omdat de reddingsboten niet eens te water konden door de hevige branding, is besloten het zwemmen af te gelasten en de wedstrijd om te zetten in een run-bike-run. Dit tot mijn grote spijt, want ik had graag gezwommen in deze inmiddels zo roemruchte Kijkduinse wateren.
Voor ik overga naar de start, fastforward ik naar een uur na de wedstrijd. Liggend op de stenen van de boulevard verbijt ik de pijn in m'n onderrug. M'n maag is wee, en ondanks drie lagen kleding ben ik rillerig van de kou. Zoals na elke offroad wedstrijd overdenk ik m'n fouten. Vorig jaar waren dat een hele rits kleine foutjes, deze keer was het er maar één. Zoals gewoonlijk weer tijdens het mountainbiken.
Dit is 'm, dan heb ik dat gelijk verteld:
De essentie is dat ik in de tweede ronde mountainbiken een serie van drie vlak achter elkaar liggende geulen over het hoofd heb gezien. Met wind in de rug, in achtervolging op de vijftig meter voor me laagvliegende Paul Embrechts, rijd ik op volle snelheid over een zandplaat. Voor me zie ik een strook water van 15 meter breed. Dat soort stukken moet je op volle snelheid nemen om niet het risico te lopen vast te lopen. Honderd meter voor me zie ik een wagen van de strandpolitie, die de wedstrijd begeleidt, een gigantische bokkesprong maken bij het passeren van een andere stuk onder water staand strand. Ik gniffel in mezelf, en stuur dwars op de waterpassage aan. Op het laatste moment zie ik aan de kleur van het water dat het niet een paar centimeter water is waar ik doorheen rijd, maar een triootje geulen. Die geulen zijn diep, en vormen een drietrapslanceerraket. Zoals skiërs zichzelf kunnen lanceren op een buckelpiste, zo katapulteer ik mezelf de lucht in op deze strandvariant. Als een crash test dummy word ik afgeschoten. Even weet ik niet wat onder en wat boven is. Ik maak een volledige saldo, land middenin de derde geul, en krijg m'n eigen fiets vol op de onderrug. Tim van Daele, die in mijn wiel zat, wordt meegesleurd in mijn val.
Ik heb even tijd nodig om te beseffen wat er is gebeurd. M'n onderrug verrekt van de pijn, ik ben kletsnat en zit onder het zand, maar verder lijkt er weinig aan de hand. Ik raap m'n voedingsbidon op. Van Daele verontschuldigt zich en vraagt of ik ok ben. 'Rijden', zeg ik.
Daarmee zit ik middenin het verhaal. De wedstrijd die dus begon met lopen in plaats van zwemmen.
Het geïmproviseerde loopparcours bestaat uit een stuk strand van 1 kilometer lang, met als keerpunten een dranghek. Twee keer heen en terug maakt vier kilometer, voor de wind weg, en tegenwind terug. Matthijs van Scheijen start furieus op het stuk meewind. Ik laat hem lopen, en keer als derde in het achtervolgende kopgroepje. Tegenwind draait het groepje, van een man of zeven, kop over kop, en zo halen we langzaam Matthijs weer bij. Vooral een man in een rood pakje, een Belg naar ik vermoed vanwege de .be-website die op zijn rug prijkt, ziet er sterk uit. Het blijkt de op het laatste moment ingeschreven Paul Embrechts te zijn. Ik monster het groepje, en zie dat Geert-Jan Meeuwisse blootsvoets loopt. Vind ik mooi.
Ik voel me fris, en geef gas na het keerpunt. De groep knapt, en alleen Paul Embrechts en Matthijs kunnen mee. Later moet Matthijs ook een gaatje laten, en samen met Paul beuk ik de laatste kilometer tegenwind van de eerste run weg. Ik wissel rustig, want als eerste op de mountainbike zitten hoeft van mij niet: ik voorzie dat er toch een groepje ontstaat op het strand.
Want het waait vreselijk hard, en het eerste stuk is pal tegenwind. Zoals ik voorzag, geschiedt. Het groepje dat zich in de eerste kilometer vormt bestaat uit Paul Embrechts, Rorik Schouten, die erg snel wisselde, en Tim van Daele, een tweede Belg. Matthijs mist ons groepje, omdat hij een stop-en-go krijgt vanwege een te diep decolleté. (Ik maak geen grap: hij had de rits van z'n tenue te ver open staan, en 'dat mag dus niet', om Kees Prins uit de korfbalscheidsrechterscene uit Jiskefet te citeren).
Ik zorg ervoor als eerste het keerpunt te ronden, en geef vol gas voor de wind. Even heb ik een gaatje op de rest, maar dan zoeft Paul Embrechts links langs, over een harder stuk strand. Ik heb moeite het tempo te volgen, maar kan aanklampen. Met z'n vieren rijden we het strand af, richting de Puinduinen. Op het slingerpaadje daarnaartoe mist Embrechts een bocht, en valt in de brandnetels. Ik kan hem net ontwijken, en kom achter Rorik als tweede bij de eerste trap. Die trap gaat goed, de afdaling ook, maar op een volgend stuk geeft Rorik flink gas en komt los. De twee resterende trappen neemt hij hard. Als eerste rijdt hij het strand op, gevolgd door mij en de twee Belgen. Wij laten hem begaan; straks tegenwind is het drie tegen één.
Even na het tweede keerpunt (we rijden het rondje twee keer) sluit Erik Wolsing aan. Hij heeft in z'n eentje het gat op ons gedicht: knap. Rorik rijdt 100 meter voor ons, en we maken de taktische beslissing het gaatje nog even niet dicht te rijden. Goed voor de energiebalans zullen we maar zeggen. Rorik heeft het door, houdt zich in, en we halen hem twee kilometer voor het laatste keerpunt weer bij.
Dan, voor de wind, gaat het spel op de wagen, en maak ik dus die salto mortale. De Puinduinen kom ik uiteindelijk goed door (behalve m'n wedstrijdtenue: ik schamp een boom, blijf haken, en scheur m'n rechtermouwtje open). Als vijfde kom ik van de fiets, op twee minuten van leider Paul Embrechts die goed heeft doorgereden het laatste stuk.
De pijn in m'n onderrug negerend zoek ik de grens van m'n loopvermogen op in de eerste kilometers. Erik Wolsing en Tim van Daele heb ik snel te pakken. Een podiumplaats lijkt zeker, maar ik voel dat er weinig kracht meer in m'n lijf zit. Op ritme loop ik de duinpaden op en af, en probeer voor me Rorik en Paul te ontwaren. Tot mijn opluchting zie ik, na drie kilometer lopen, Rorik tweehonderd meter voor me. Even later haal ik hem bij. Hij heeft kramp, staat stil, en blijkt later te zijn uitgevallen.
Dat betekent dat alleen Paul Embrechts nog voor me uitloopt. Helaas is-ie uit zicht. Nu kan ik een erg heroïsch verhaal schrijven over een furieuze achtervolginge, maar dat doe ik niet. Want het was puur overleven vanaf het moment dat ik Rorik bijhaalde. Vooral het stuk tegen de wind in op het zompige strand was loodzwaar. M'n maag en darmen waren met elkaar aan het vechten, en een stemmetje in m'n hoofd zei me dat ik best wel een beetje minder hard mocht lopen. De tweede loopronde kon ik de verleidingen die mijn gedachten me toewierpen gelukkig weerstaan, en toch nog redelijk netjes finishen. Als tweede, want Paul Embrechts was vandaag gewoon de beste.
Momenteel ben ik aan het recupereren, want aanstaande zaterdag wacht het Open Duits Kampioenschap in Immenstadt. Hopen dat de gekwetste rug zich voor die tijd hersteld heeft.
Uitslag Beach Challenge Kijkduin, 18 juni 2009
1. Paul Embrechts 2:12:35
2. Bert Flier 2:14:30
3. Tim van Dale 2:15:45