Om m'n loopvorm te testen loop ik woensdagavond 13 mei de Verkerkloop. Dat is een jaarlijkse traditie in Zwijndrecht, waar alles bij elkaar 1200 man start. Het merendeel daarvan is kind: het begin van de avond is er een scholierenloop. Dat betekent veel drukte, en heel veel publiek. Het is lang geleden dat ik zoveel mensen langs het parcours heb gezien, en ik moet toegeven: het is goed voor de motivatie.
Tijdens het inlopen kom ik half Energie tegen (de atletiekvereniging waar ik m'n wekelijkse baantraining doe), inclusief een groepje junioren die door Herman Vrijhof worden getraind. Herman en ik kennen elkaar nu bijna 20 jaar, en het is mooi om te zien hoe hij een nieuwe generatie aan het opleiden is. De start van de 5 en 10 km zijn gezamenlijk, en zijn groep doet de 5 km. Herman leert ze de fijne kneepjes van het vak. Eén onderdeel daarvan is zorgen dat je vanaf de eerste rij start, zeker wanneer je licht van gewicht bent, snel, en zo ambitieus dat je wilt winnen. Niet in de jeugdcategorie, maar gewoon, overall. Erg belangrijk om dan niet onder de voet gelopen te worden door langzame volwassenen.
Hermans junioren lijken wel door een katapult afgeschoten, zo hard stormen ze weg na het startschot. Ik doe het wat rustiger aan, en kom rond 15e positie door na 400 meter. Voor me uit lopen een paar jongens die gas geven voor een snelle tijd op de 5km. Ruben Scheurwater blijkt daar later de snelste van te zijn.
Ik schuif langzaam op, haal Hermans junioren één voor één terug, en al het andere spul wat er nog voor me loopt, met uitzondering van de nummers 1 en 2 op de vijf kilometer. Ik klok 16.30 na 5 km, een stuk harder dan ik dacht te kunnen lopen. De omstandigheden zijn dan ook bijna perfect: weinig wind, lekkere temperatuur, en een goede ambiance. Achter me ligt de weg helemaal leeg, wat de druk er wat afhaalt om op het tempo van de eerste ronde te blijven doorlopen. Ik merk ook nog niet genoeg tempotrainingen gedaan te hebben, want ik zou mezelf erg moeten forceren om er nog een 16.30-er achteraan te breien. Ik laat daarom het tempo iets zakken in de tweede ronde, maar het gaat op een gegeven moment toch verrekte veel pijn doen. Op de klok van de voor me uit rijdende motor tel ik de minuten af tot aan de finish. Wat helpt, is dat ik de laatste kilometers lopers ga dubbelen: ik moet wat slalommen, wat de aandacht verlegt van de pijn in m'n buik en benen naar de kortste route tussen de verspreid lopende menigte. Ik finish in 33.37, prima tijd, maar wel 37 seconden verval in de tweede 5.