Welkom

Ik hoop dat je inspiratie vindt op mijn site!

Reacties of suggesties voor onderwerpen zijn welkom op mijn e-mailadres: bertflier72@gmail.com.

Veel plezier,

Bert Flier

zaterdag 24 mei 2008

De fiets, muziek, en poëzie

Afgelopen maand ben ik voor het eerst op en neer gefietst naar mijn nieuwe werklocatie. Barendrecht - De Lier, 30 kilometer, een uurtje. De dag ervoor heb ik de logistieke voorbereidingen getroffen. Een veelheid aan attributen (kleding, schoenen, douchespullen) en een bak lasagna (ter voorbereiding op de terugrit, waarin ik een flinke extra lus had gepland) kondigden mijn fietsplannen aan. Na het verkennen van de route naar de douches en de douchefaciliteiten was ik er klaar voor. ’s Anderendaags sta ik vroeg op, neem een stevig ontbijt en plug de iPod in de oren. Ik voel een lichte tinteling in de onderbuik. Geen beter begin van de dag dan in de frisse ochtendlucht op de fiets de wereld wakker zien worden. Bij het wegrijden merk ik dat er een grote slag in het achterwiel van m’n mountainbike zit. Daar word ik niet vrolijk van. Ik peuter de huissleutel uit m’n zadeltasje, verwissel m’n mountainbike voor de trainingsfiets, en ook nog eens m’n schoenen. Even later rijd ik alsnog weg. M’n humeur heeft een deukje opgelopen door deze vertraging, maar een blik op de voortkruipende rij auto’s op de A15 maakt me weer blij van geest. De benen zijn fris, de wind staat in de rug, en oranjerood ochtendlicht verdrijft de nacht. De random selectiekeuze uit de iPod versterkt het gevoel van vrijheid dat zich langzaam meester van me maakt: Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage / ‘k heb de banden vol met wind/ nee ik heb ja niks te klagen. Ook Daniël Lohues kent de gevoelens van de wielrenner.

Ik passeer Rhoon, steek de A15 over, en slinger over landweggetjes en fietspaden naar de Beneluxtunnel. Daar is de fietser de mogelijkheid tot een klimmetje ontzegd, want de fietstunnel is slechts per roltrap of lift toegankelijk. Ik neem de roltrap en rijd naar de andere kant, ondertussen het gedicht van Jules Deelder ‘Voor Ari’ tot me nemend dat over de gehele lengte van de tunnel in de muur is getegeld: Lieve Ari / Wees niet bang / De wereld is rond / en dat istie al lang / De mensen zijn goed / de mensen zijn slecht / Maar ze gaan allen / dezelfde weg / Hoe langer je leeft / hoe korter het duurt / Je komt uit het water / en gaat door het vuur / Daarom lieve Ari / Wees niet bang / De wereld draait rond / en dat doettie nog lang. Intussen verwoorden The Talking Heads gedachten van dezelfde strekking: Well we know where we’re goin / But we don’t know where we’ve been / And we know what we’re knowin’ / But we can’t say what we’ve seen. Soms kloppen de dingen. Aan het eind van de tunnel wacht de roltrap naar boven. Onderaan de roltrap stap ik af op de mountainbikemanier: rechtervoet losklikken en naar de linkerkant brengen, linkervoet losklikken, afremmen. So far, so good. Nu alleen nog voet aan de grond zetten. Listige combinatie, Look-plaatjes en die ijzeren plaat onderaan de roltrap, bedenk ik me net voor het afstappen.

De gedachte is nog niet verdampt, of ik glij knalhard onderuit. Ik krabbel direct weer op in een poging m’n val te bagatelliseren. Daarbij schamp ik de noodstop, waarop de roltrap krakend tot stilstand komt. Het lange lint van medeforenzen dat onderweg naar boven was kijkt me boos aan. Zij moeten hun fiets naar boven tillen. Ik neem de lift en vlucht Vlaardingen-centrum in. Na het illegaal passeren van een zestal stoplichten rijd ik de parallelweg aan de A20 op. Dat is een slecht gelegde klinkerweg. Geïnspireerd door de beelden van de Ronde van Vlaanderen van afgelopen weekend besluit ik die hard te nemen. Geen menigte wilde Vlamingen hier als supporters, maar een weiland vol koeien die tot hun buik in de mist staan. Dit Hollands tafereel doet Vlaamse krachten in de benen vloeien. De benen stampen op de pedalen, ik stoot witte wolken opgewarmde lucht uit, en laat me voortdrijven op klanken van The Nits. Tekstflarden als ‘The moon is a coin with the head of the queen’ en ‘Follow the cloud that looks like a sheep’ echo-en de rest van de dag na in m’n hoofd. Om kwart over acht rijd ik De Lier binnen. Met de benen op spanning en muzikaal gevitamineerd weet ik me klaar voor de nieuwe werkdag.

Deze column verscheen eerder in Triatlon Sport