Na twee jaar afwezigheid besluit ik dit jaar weer te starten in Heerenveen. Wedstrijden in Friesland trekken me sowieso (aan Oldeberkoop bewaar ik nog steeds zoete herinneringen), en Heerenveen ligt me. Ik won hier beide keren dat ik startte, en deze wedstrijd was de eerste die ik weer deed nadat ik een aantal jaar geleden in Ironman Brazilië was uitgestapt en niet wist of ik ooit weer een wedstrijd zo doen.
Alhoewel de organisatie hetzelfde is gebleven, is de locatie inmiddels veranderd. 't Is nu een publieksvriendelijker wedstrijd geworden met drie rondes zwemmen, vier rondes fietsen en vier rondes lopen. Tijdens het infietsen kan het fietsparcours mijn goedkeuring wegdragen: maar een paar bochten, en lekker rechttoe rechtaan. Dat geldt ook voor het loopparcours. En mooi dat het hier is! Mocht je nog op zoek zijn naar een mooie plaats waar kinderen kunnen opgroeien /zoals vroeger/, dan moet je in de wijk Oranjewoud in Heerenveen gaan wonen. Achtertuinen grenzend aan bos, en tussen de bossen groene weilanden met spikkeltjes boterbloemgeel. Dit alles onder Hollandse luchten. Hangjongere worden? Daar heb je hier als kind geen gelegenheid voor.
Ik lig een half uur voor de start in het water om lekker in te zwemmen. Het parcours bevalt me uitstekend: een driehoek die linksom gezwommen wordt. Past perfect bij m'n ademhalingspatroon.
Na de start ben ik goed weg en kan in eerste instantie net niet mee met Matthijs van Scheijen en Menno Iedema, die na driehonderd meter 10 meter op me hebben. Gelukkig zijn ze niet zo goed in oriënteren. Met name Matthijs slingert als een stuurloos schip door het water. Na vijfhonderd meter kan ik alsnog aansluiten door een strakkere lijn te zwemmen. Ik zie dat 25 meter voor ons uit het kopgroepje zit: alles onder controle. De tweede ronde kan ik lekker op de voeten meeglijden, en alles ziet er voorspoedig uit.
Plotseling voel ik koud water over m'n blote rug stromen. De rits van m'n pak blijkt losgeschoten te zijn, en wel tot onderaan. Dit is me nog nooit eerder gebeurd, maar op zich is er niets aan de hand. Gewoon zorgen dat ik de aansluiting houd. Dat blijkt lastig, want het opengeritste pak werkt als een soortement remparachute. Matthijs en Menno moet ik loslaten, en er komt iemand langszij. Op zijn voeten kan ik aanhaken, en ik bereid me voor op een snelle wissel om de tien seconden die ik verloren heb weer goed te maken.
Het pak heb ik snel uit, de helm zit in één vloeiende beweging vast, en gelijk met Menno stap ik op de fiets. Bij het opspringen roept een jurylid me dat ik m'n shirt aan moet doen. 'Shirt?!' roep ik en check m'n outfit. Hij heeft gelijk: m'n bovenlijf is ontbloot. Ik begrijp er niets van. Blijkbaar ben ik tijdens het zwemmen m'n hesje kwijtgeraakt, maar het is me een raadsel hoe. Ik loop terug naar de wisselzone, maar vind niets om aan te trekken: m'n tas staat in de omkleedtent.
Op het moment dat ik naar de tent wil lopen vraagt Mariska Kramer of ik haar loopshirtje wil hebben. 'Geef maar', zeg ik. (Intermezzo: Wie is Mariska Kramer? Mariska, alhoewel klein van stuk, heeft grote daden verricht, waaronder het winnen van Ironman Nice. Het lopen is haar sterkste onderdeel, onder meer door haar geringe gewicht en tengere gestalte. Mariska is de vrouw van Sjaco Kramer, één van mijn concurrenten, maar gunt iedereen z'n kans op een wedstrijd. Hulde aan Mariska.)
De frêle Mariska leent dus haar shirtje uit aan iemand die, mede door z'n forse lichaamsbouw, net uit z'n wetsuit gescheurd is. (Ter illustratie bovenstaande foto, vorig jaar in Allgau genomen. Ik fietste daar een stukje met Mariska op; Sjaco nam de foto.) Ik sta nu voor de uitdaging het kleine stukje textiel aan te doen. Daartoe zet ik m'n helm af en wurm het shirtje over m'n hoofd. Doordat ik nat ben, stroopt het shirtje direct op. De reglementen verbieden assistentie, dus ik wring me in allerlei bochten om het ding naar beneden te krijgen. Ik krijg het uiteindelijk tot net over m'n borst en ik vraag het jurylid dat mijn gehannes gadeslaat of dat voldoende is. 'Tot over het borstbeen' zegt hij. Ik wurm verder, krijg uiteindelijk een hand toegestoken van het jurylid, en kan aan de achtervolging beginnen. Ik heb niet getimed hoeveel dit geintje me gekost heeft, maar ik schat tegen de drie minuten. Eén voordeel: het shirtje wappert niet.
Op de fiets concentreer ik me op de pedalen en zorg ervoor constant druk te houden en een zo groot mogelijk verzet soepel rond te draaien. De benen draaien lekker: tegenwind rijd ik tegen de veertig, zijwind rond de 42 en meewind gaat het richting de 47. Ik heb mindere dagen. Helaas krijg ik aan het eind van de eerste ronde geen tussentijd door, en ook m'n positie is onduidelijk. De tweede ronde kan ik nog wat versnellen en begin ik mensen in te halen. Bij de tweede doorkomst hoor ik dat ik ruim twee minuten achter de kop lig, en dat betekent dat er nog mogelijkheden zijn hier te winnen. Ook in ronde drie blijf ik vol doorrijden. Met resultaat, want ik word nu geklokt op 1:55. Weer wat eraf. De laatste ronde knabbel ik er nog eens tien seconden vanaf en ik wissel als tiende op 1:45.
De eerste loopronde start ik snoeihard. Als ik mezelf een kans wil geven, dan moet ik mezelf de hoop geven dat het kan, en hoop krijg ik vooral als ik hoor dat het gat snel minder word. Na 2,5 kilometer hoor ik er nog eens dertig seconden vanaf gelopen te hebben, en dat geeft moed. Helaas kan ik de tweede ronde mijn tempo niet handhaven en stabiliseert het verschil.
Uiteindelijk finish ik als zevende op 1:51 van winnaar Mark Huisman. Ik baal natuurlijk van dat akkefietje. Maar ja, zelf heb ik vaak genoeg geprofiteerd van pech bij anderen. Dit soort dingen horen er ook bij, en het meest belangrijk vind ik dat met name het fietsen zo lekker liep. 't Is nog even wachten op een vlekkeloze wedstrijd, maar die komt eraan. Ik hoop alleen wel dat dat snel is, want ik wil graag weer eens winnen.
De uitslag - Triatlon Heerenveen, zaterdag 24 mei 2008
1. Mark Huisman 1:47:52
2. Matthijs van Scheijen 1:48:17
3. Menno Iedema 1:48:31
7. Bert Flier 1:49:41