Ironman Kalmar is een nieuwe wedstrijd die dit jaar is toegevoegd aan de Ironman-familie. De stamvader is Ironman Hawaii. Dat was, in 2007, de laatste Ironman die ik deed. Een andere baan en een andere prioriteiten maakten dat ik de afgelopen vijf jaar niet verder ben gegaan dan de halve afstand.
Het Ironman-virus echter blijft, eenmaal
genesteld, onderhuids sluimeren. Dit voorjaar sloeg het virus weer in volle
hevigheid toe. Verantwoordelijk daarvoor was een serie lange trainingsdagen die
ik als organisator van de 3in1Sports trainingsstages heb gemaakt. Die smaakten
naar meer. Naar een Ironman. Ik kwam op het spoor van Ironman Kalmar. Een
inaugurele Ironman, midden augustus, op een zaterdag, op een vlak, potentieel
winderig, niet te warm en dus Nederlands-achtig parcours.
En laten dat nu precies de omstandigheden
zijn waar ik van houd. In Zweden ben ik nog nooit geweest. Tabitha wel: zij
heeft hier de vakanties van haar jeugd doorgebracht en ziet Zweden ook wel zitten.
Sterker nog, zij besluit om hier te gaan debuteren. Op de mini-triathlon van
Kalmar, over de afstanden 380 meter zwemmen, 18 kilometer fietsen en 4,2
kilometer lopen. Een 1/10 dus. Donderdag 16 augustus is haar D-Day. Gaaf om
mijn vriendin te zien debuteren. Ik ben helemaal trots wanneer ze finisht.
Tijdens haar wedstrijd blijkt de publieke belangstelling enorm. Het zwemstrandje van Kalmar ziet zwart van de toeschouwers. In het gras, op de kades en op de brug: overal waar je kijkt zijn mensen. Ik had zelfs moeite me te verplaatsen. Het kleine Kalmar blijkt dus groot te zijn in het supporteren van triatleten.
De publieke belangstelling voor de
mini-triathlon blijkt de opmaat voor de steun die de Ironman-atleten krijgen.
Tussen de 50.000 en 70.000 man hebben tijdens de wedstrijd langs het parcours
gestaan. Alles en iedereen is uitgerukt om de atleten aan te moedigen. Ik ben
zelfs door een groep Hell’s Angels aangemoedigd toen ik rond het 80
kilometerpunt voorbij hun clubgebouw reed. De zij aan zijn geparkeerde Harley’s
vormden een curieus contrast met de voorbijflitsende tijdritfietsen.
Voor ik naar de wedstrijd ga, eerst een
aantal zaken die ik wil delen over mijn voorbereiding. Kalmar is mijn 20e (?) hele
triathlon - ik heb de tel niet goed bijgehouden. ‘Vroeger’ trainde ik tussen de
25 en 30 uur per week. Ik had energie in overvloed, herstelde snel en kon veel
en hard trainen. Voor Kalmar had ik een soortgelijk traject in mijn hoofd. In
de laatste acht weken plan ik gewoontegetrouw wekelijks 1 kerntraining voor elk
onderdeel. Alle andere trainingen zijn daaraan ondergeschikt. Vroeger kon ik,
rond die drie kerntrainingen, veel kwaliteitsuren maken. In voorbereiding op
Kalmar had ik daar dus geen energie voor. De kerntrainingen lukten weliswaar behoorlijk,
maar om die goed te kunnen doen had ik veel rust tussen die trainingen door
nodig. Wekelijks een tot twee pure rustdagen, bovenop de standaardrustdag die
ik altijd al heb. En, als ik dan trainde, was het minder lang en minder hard
dan voorheen. De reden is niet zozeer dat ik ouder ben. Ik zit in het proces
mijn lichaam zijn grenzen te laten aangeven en die te respecteren. Dat betekent
dus vaker rusten in plaats van trainen. Bovendien is het sporten anders qua
prioriteit. Waar voorheen de dagen voor bijna 100% draaide om de trainingen,
staat nu ‘leven’ bovenaan. Sport is daar onderdeel van, maar is daar niet
leidend in.
Op voedingsgebied at ik voorheen in de
basis al redelijk gezond, maar zeker in de weken waarin ik veel uren maakte, sloeg
ik heel veel naar binnen. Vooral als er koolhydraten inzaten. Tijdens de
wedstrijd gebruikte ik Powerbar sportvoeding. Met de weegschaal afgewogen. Het
resultaat van jarenlang experimenteren en analyseren.
In mijn basisvoedingspatroon heb ik mei dit
jaar de keuze gemaakt om vegetarisch te gaan eten. Met uitzondering van vis en
met zo hoogwaardig mogelijke voeding. Veel fruit, groenten en plantaardige
bronnen van koolhydraten, eiwitten en vetten. Het resultaat is dat ik 4 kilo
lichter ben geworden en tijdens de fiets- en looptrainingen superefficiënt
blijk te zijn geworden op de Ironman-wattages en beoogde loopsnelheid. Tijdens
de trainingen experimenter ik ook met natuurlijke sportvoeding. De basis:
vijgen, dadels, amandelen, agavesiroop en diksap. Kalmar gaat de eerste Ironman
worden die ik op puur biologische sportvoeding wil gaan doen. Dat maakt Kalmar
extra uitdagend: voeding is immers het vierde onderdeel van een hele.
Het recept waarop ik het ga doen: diksap en
zout als vloeibare voeding tijdens het fietsen. Daarbij als vaste voeding energy orbs. Dat is een mix van
sesampasta, kokosrasp, chocola, pindakaas, noten, agave en dadels. Als snacks
neem ik dadels, vijgen en amandelen mee. Voor het lopen maakt Tabitha een
energiegel van dadels, honing, agave, granaatappelsap en yerbe maté.
Zaterdagochtend om 6.20 ben ik de eerste van de 1500 deelnemers die te water gaat. De zon is net op en werpt haar gouden stralen over de spiegelgladde waterspiegel van de Baltische Zee. Ik neem de tijd om de sfeer te proeven en adem diep in. Ik kijk naar de kade, waar de 1499 andere deelnemers staan. Daaromheen een veelvoud aan toeschouwers. De lucht begint te gloeien van de zonnestralen en de ophanden zijnde start.
Net voor de start bonkt het Ironman
Kalmar-wedstrijdlied uit de speakers. Zo bloedstollend mooi dat ik kippenvel
krijg en een golf van emotie me overvalt. Een priester zegent, in Engels met een zwaar Zweeds accent, de atleten en de wedstrijd. May the Force Be With You. De energie golft van de kade over het
water naar de deelnemers. Ik bedenk me: als dit al zo indrukwekkend is, hoe zal dan de wederkomst wel niet zijn? Johnny Cash klinkt in mijn hoofd. The Man Comes Around.
Om zeven uur klinkt het startschot. Ik ben
lekker weg en vind bij de eerste boei de aansluiting bij een mooie zwemgroep.
Ik bevind me in de staart van de groep en zie tot mijn genoegen een paar rode
badmutsen van de pro’s. Goed teken. De eerste ronde van 1500m kom ik goed door
en kan de tweede ronde opschuiven naar het midden van de groep. Geen idee
hoever we achter de kop liggen, maar ik voel me goed en ontspannen. Na 55
minuten stap ik op de kant en heb een aardige wissel.
Ik trek een wielershirtje aan: erg handig om m’n voeding mee te nemen. Gezien de temperatuur de rest van de dag – bewolkt, rond de 20 graden en in de tweede helft van het fietsen zelfs een paar regendruppels – een goede keuze. Ik begin lekker aan het fietsen. De eerste meters voel ik meteen dat de benen goed zijn. Rond de 300 watt en ik begin gelijk met inhalen. Geen idee wat de achterstand op de kop is. Het publiek staat rijen dik aan te moedigen de eerste kilometers. De brug naar Öland rijdt super. De veertig hoogtemeters voel ik nauwelijk en ik blijf opschuiven. Op het eerste keerpunt, na een kilometer of 30, time ik een verschil van 6 minuten op de kopgroep. Ik lig daar 25e: ik zit er bij vandaag! De benen blijven lekker draaien. Samen met drie anderen blijven we inhalen. Het gemiddelde ligt na 1,5 uur op 40.2. Dat schiet lekker op. Helemaal wanneer na 80km startnummer vijf voorbij komt. Het groepje van drie man waar we al anderhalf uur naar toe proberen te rijden, maar waarvan het ons maar niet lukt om die laatste twintig seconden dicht te krijgen, wordt binnen de kortste keren ingerekend. Op de brug terug naar Kalmar, op het 100km-punt, pacmannen we een groep van een man of 15 bij elkaar. Voor ons rijdt alleen nog maar de acht man tellende kopgroep met daartussen nog twee of drie enkelingen. Nummer vijf zakt op de brug langzaam terug van de kop naar de staart van de groep. Er wordt ruimte voor hem gemaakt: een gele urinestraal waait van zijn linkerbeen. Plaspauze. Tijdens deze bezigheden blijft het gemiddelde boven de 40. Ik voel me goed en het blijft op de een of andere manier lijken of we alleen maar meewind hebben. Dit is zo’n dag waar je van kunt dromen.
Helaas mis ik op km 106 mijn special needs-bag.
Geen eigen voeding dus voor de laatste 2 uur fietsen, maar terug naar het oude
vertrouwde Powerbar dat de organisatie aanbiedt. Op kilometer 120 begin ik
steeds meer moeite te krijgen het tempo van de groep te volgen. Dan weer gaat
het snoeihard, dan weer zakt het tempo in. I
feel that my wheels are coming off. In een ultieme poging de aansluiting te
houden, schuif ik op tot halverwege de groep. Dat geeft me een extra buffer bij
de volgende tempoversnelling. Die overleef ik ternauwernood. Bij de volgende
wattagepiek – het landschap hier is glooiend en heuvelop heb ik dik 300 Watt
nodig om bij te blijven – moet ik eraf. Idealiter is dit het punt om zelf de
anderen te testen. Nu ben ik zelf de sigaar. Ik ga in self-defense modus. Krap 200 Watt, meer krijg ik niet uit mijn
pijnlijke, om rust snakkende benen. Het gemiddelde zakt hard: van 40.2 naar
39.5 naar 39.0 naar 38.4. Dan komt er een
groep langszij, met nog 20 kilometer te rijden. Ik vrees in eerste
instantie dat ze me laten staan. Tot mijn verbazing en opluchting kan ik het
tempo volgen en zie dat de wattages weer tussen de 250 en 280 liggen. Zo kom ik
uiteindelijk met een gemiddelde van krap 39, met een fietstijd van 4 uur 37
minuten, van de fiets. Volgens mijn Garmin was het fietsen aan de korte kant:
176,8 km. Ik ben er niet rouwig om. Blij dat ik mijn fiets kan parkeren en ik die
laatste kilometers kado krijg mag ik beginnen aan het onderdeel waar ik veel
van verwacht: het lopen.
Ik begin met een kilometer in 4.00 en besluit dan tot een plaspauze. Dat heb ik de hele wedstrijd nog niet kunnen doen en ik snak naar een momentje van rust. Die volgende kilometer gaat daardoor in 5.02. Eenmaal terug in de wedstrijd merk ik dat meer dan 4.14/km er niet inzit. Waar ik zo makkelijk 4.00/km had verwacht te kunnen lopen blijk ik gewoon te moe te zijn om dat te kunnen. Een tegenvaller, maar eentje die overkomelijk is. Positief is dat ik me verder ok voel. Mijn maag en darmen zijn goed, ik kijk helder uit m’n ogen en voel dat ik dit tempo lang vol kan houden. Tel uw zegeningen, denk ik. En ook: blijven lopen. De eerste ronde van 15km kan ik rond die 4.15/km blijven lopen. Inhalen doe ik niemand. De mannen voor me zijn gewoon frisser en lopen harder. Het is vandaag niet anders. De loopkilometers in Kalmar zijn qua publiek fantastisch maar qua ondergrond een ramp. We lopen over gladde ronde keien en over stukken los gravel. In die kilometers moet ik terug naar 4.20-4.30/km. Ik voel dat een sub-drie uur marathon er niet inzit. Maar wel een dikke sub-9 finish.
Daar ga ik de laatste twee ronden voor. Ik kan
het tempo behoorlijk constant houden, maar moet wel een hele serie kilometers
van in de 4.40 toestaan. Met nog 17 kilometer te gaan begin ik aan het
hoofdrekenen. Als ik 12km/uur loop, zal ik finishen in 8u50. Elke seconde die
ik per kilometer harder dan 5.00/km loop is winst op het 8.50-schema De laatste
ronde, die gelukkig maar 12 km is, ben ik door mijn eigen energiegel heen en ga
ik over naar de cola. Die werkt goed en ik kan weer even terug naar de 4.30. De benen doen nu
ook serieus pijn en ik tel kilometer voor kilometer af. Mijn geest dreigt in verzet te komen: ik was vergeten hoe lang een hele
duurt en hoe oncomfortabel de laatste uren zijn. Erg lang kan ik vertellen. De laatste 25 kilometer heb ik elke kilometer
afgeteld.
Helemaal blij word ik wanneer ik zie dat mijn
Garmin 500 meter meer aangeeft dan de kilometerbordjes van de organisatie. Dat
betekent potentieel 2 minuten minder lang lijden. Ik reken me echter niet rijk.
Eerst zien, dan geloven. Tot mijn vreugde is het loopparcours inderdaad een
halve kilometer te kort. Ik finish in 8u45 als 31e overall en als tweede in
mijn age group. Moe, blij en voldaan.
Zin gekregen om deze in 2013 te doen? Stuur me dan een mailtje (bertflier72@gmail.com): bij voldoende belangstelling stel ik een arrangement samen. Dat bestaat uit een verblijf in een Zweeds vakantiehuisje of een campingplaats in de buurt van de start en begeleiding in de laatste week naar de wedstrijd toe.
Epiloog
IM Kalmar is een schitterende wedstrijd. Een Ironman gunt je een blik in je hart, laat je iets zien en voelen van de grootheid waar wij onderdeel van zijn. In de week na de wedstrijd lees ik Strijd om je hart. Een inspirerend boek over de Heilige Romance tussen God en de mens. Elk avond in Zweden zien we de zon langzaam wegzinken in de Baltische Zee en ons daarbij een adembenemend schouwspel in de lucht voorschotelen. Telkens weer anders, uniek en schitterend mooi. De foto hiernaast is van de zonsondergang van 19 augustus 2012, de dag na de wedstrijd. Ironman Kalmar hoort alweer tot het verleden. Elke zonsondergang is een teken van het herstel en de eeuwigheid die voor ons ligt. Veel mooier en groter dan welke Ironman, dan welke ervaring of schatten die er te vinden zijn op deze wereld.
Uitslag IM Kalmar, 18 augustus 2012
1. Jan Raphaël 8:04:01
2. Dorian Wagner 8:08:06
3. Horst Reichel 8:10:12
31. Bert Flier 8:45:41