Offroad triathlon is zó mooi. En zó moeilijk. Het heeft me jaren gekost om de Beach Challenge te temmen. Dit jaar ga ik weer de strijd met de Haagse dame aan, op jacht naar hopelijk een derde NK titel offroad.
Foto's: Herman Vrijhof
De Beach Challenge wordt precies één week na het NK halve triathlon in Didam georganiseerd: 1,5 km zwemmen in zee, 28 km mountainbiken over het strand en de Puinduinen, en 10 km lopen door de duinen en het strand. De week tussen Didam en de Beach Challenge heb ik alle zeilen bij moeten zetten om te herstellen. Het NK halve triathlon blijkt hard te zijn aangekomen, en zelfs op de zaterdagochtend van de wedstrijd voel ik de restanten nog in de benen zitten. Als triatleet ben ik gewend om te gaan met dit soort benen, maar liever had ik nog een extra week hersteltijd gehad. Ik begin oud te worden;)
Als warming-up verken ik het eerste gedeelte van het fietsparcours en de Puinduinen. Het aanloopstuk is veranderd, en dat wil ik goed in m'n hoofd hebben. Samen met Paul Embrechts, die startnummer twee heeft, rijd ik over het strand en door de Puinduinen. Technisch voel ik me lekker, en over de benen mag ik ook niet klagen. All is well.
Totdat ik, bij het uitgaan van de Puinduinen op een stukje bergop een stuurfoutje maak en in het prikkeldraad beland. (Saillant detail: wanneer ik terugreken, moet dat op bijna hetzelfde tijdstip zijn gebeurd als de prikkeldraad-val van Johnny Hogerland). Met geen mogelijkheid kom ik meer overeind. Met Pauls hulp word ik uiteindelijk uit mijn benarde positie bevrijd. De schade valt mee: een paar oppervlakkige schrammen op mijn linkerarm en -bovenbeen, da's alles.
Terug bij het parc fermée monster ik de concurrentie. Die is vandaag meer dan stevig. Naast de gekende offroadspecialisten Rob Barel, Rorik Schouten en Hendrik Venema, zijn er de belgen Paul Embrechts en Tim van Daele. En er zijn drie snelle jonge triatleten naar Kijkduin gekomen voor de titel: Edo van der Meer (een week geleden tweede op het NK halve triathlon), Martijn Dekker (tweevoudig NK sprinttriathlon) en Tim Dullaart (2e WK offroad triathlon <23).
Ruim op tijd meld ik me bij de zwemstart, die een kilometer van het parc fermée is verwijderd. Ik duik de woelige Noordzee in en speur de horizon af naar de eerste boei. Die ligt niet op z'n plek. De golven zijn hoog en de branding is breed. Ik vind het fantastisch en geniet met volle teugen van het natuurgeweld. Alsof je live in een scene van Deadliest Catch zit, zo gaat de zee tekeer.
Wanneer ik terug door de branding richting strand zwem, merk ik dat ik 100 meter ben afgedreven... in de tegenovergestelde richting van het zwemparcours. Bij het startvak voert de wedstrijdleiding druk overleg met de jury. De stroming staat precies andersom dan gebruikelijk en is zo sterk dat je er nauwelijks tegenin kunt zwemmen. Er wordt ter plekke een alternatief zwemparcours bedacht: voor het parc fermée starten, een ronde van een meter of zeshonderd zwemmen, teruglopen over het strand, dan weer een ronde zwemmen, teruglopen over het strand naar het parc fermée en vervolgens op de mountainbike. Dit is geen triathlon meer, maar een swim-run-swim-run-mountainbike-run.
Prachtig vind ik het dat God de natuur zo bestuurt dat het vantevoren zo nauwkeurig uitgestippelde wedstrijdscenario met één onverwachte wending niet van toepassing verklaart. Ik houd van een wilde zee, en het lange lopen over het strand is ook mijn voordeel.
Met het complete startveld wandelen we de kilometer terug over het strand, naar het parc fermée. Direct na de start neemt het trio Edo, Martijn en Tim de leiding bij het zwemmen. Mijn start is wat minder, en ik heb moeite me te oriënteren. De boei waarop ik zwem, blijkt de tweede boei te zijn. Wanneer ik dat doorheb, ben ik al de eerste boei gepasseerd. Ik probeer nog terug te zwemmen, maar dat is vanwege de sterke stroming een kansloze missie. Om me heen liggen meer triatleten die de eerste boei gemist hebben. Ik besluit dan maar in te haken bij de zwemmers die richting tweede boei zwemmen, maar eigenlijk weet ik dat mijn wedstrijd erop zou moeten zitten: een boei missen is normaal gesproken diskwalificatie. Deadliest Catch scene 2.
Rond de 10e plaats kom ik aan het eind van de eerste ronde het strand op, een minuut achter Edo, Martijn en Tim, en net achter Rob Barel. Veel winst of verlies heeft mijn foutzwemactie me dus niet opgeleverd. Op het strand kan ik een paar plaatsen winnen, en net achter Rob worstel ik me door de branding voor de tweede ronde. Nu haal ik de eerste boei wel, en kom uiteindelijk niet ver achter Erik Wolsing, als zesde, uit het water. Op het loopstuk haal ik Erik bij. Rob zit een seconde of tien voor ons. Twee minuten voor ons zit de kop van de wedstrijd. Dat is een heel mooie uitgangspositie - maar de gemiste boei blijft door m'n hoofd spoken.
Mijn wissel is strak, en gelijk met Erik en Rob (die zijn helm vergeet op te zetten en even terug moet) zit ik op de fiets. Om de Haagse dame nog wat moeilijker te veroveren te maken, bestaat de aanlooproute dit jaar uit een kasseienstrook bergop naar de boulevard gevolgd door een afdaling over een strandtrap, een stuk strand, weer een kasseienstrook omhoog naar de boulevard en weer een strandtrap naar beneden. Dat eerste stuk kom ik zonder kleerscheuren door. Sterker nog: als enige van ons drietal kom ik fietsend door het mulle zand.
Het stuk strand richting kustlijn wordt door Barel scherp aangesneden. Ik kies een andere lijn, en dat komt me op een kleine achterstand te staan. Erik Wolsing moet ook een gaatje op Rob dichtrijden, die vol gas geeft op dit zware stuk tegenwind. Ik voel dat dit een sleutelmoment is en ga vol in het rood om de aansluiting te maken bij Erik en Rob.
Ternauwernood kan ik terugkomen. Vandaag fiets ik eens een keer met hartslagmeter. Die geeft 169 aan. Mijn omslagpunt is 152. Ik rijd dus harder dan ik kan. Ik sla een paar kopbeurten over om op adem te komen, en doe dan mijn plicht aan kop van het groepje. Een paar honderd meter later, wanneer ik in het wiel van Erik zit, verlies ik even mijn concentratie, rijd tegen zijn achterwiel aan, en val. Ik zit weer snel op de fiets, maar het gat is dan al 100 meter. Net was ik al in het rood gegaan, en de tweede keer aansluiten lukt me gewoonweg niet. Domme, onnodige, eigen fout. En een dure. Op kop rijden Edo, Martijn en Tim met z'n drieën, daarachter Rob en Erik met z'n tweeën, en ik zit daar in m'n eentje achter. Met windkracht 5 tegen. Achter me gaapt een groot gat. Deadliest Catch scene 3.
Bij het keerpunt zie ik dat Paul Embrechts en Rorik Schouten vlak achter me zitten. Voor de wind kan ik wat herstellen en probeer ik wat energie op te doen om ze in de Puinduinen op te vangen. Door weer een stuurfout is Paul me al aan het begin van de Puinduinen voorbij. Hij rijdt snoeihard, en wat ik ook doe, ik kan 'm niet bijhouden. Rorik komt ook over me heen, en langzaam maar zeker zie ik ze van me wegrijden.
Dit is niet goed voor mijn moraal: de wil is er wel, maar ik heb vandaag niet de benen die ik normaal heb. Na de Puinduinen, op het stuk voordewind richting Kijkduin, zie ik Erik Wolsing voor me uit rijden. Die is er dus door Rob afgereden. Op het lange stuk tegenwind worstel ik in m'n eentje. Dertig, veertig seconden voor me rijdt Erik, ook alleen. Ik merk dat hij inhoudt, maar ik kan geen centimeter dichterbij komen. Sterker nog, wanneer ik achterom kijk, zie ik een groepje van drie aankomen. Precies bij het keerpunt, wanneer we weer meewind krijgen, strijkt het drietal Hendrik Venema, Tim van Daele en Michael Krijnen op me neer. Voor de wind kan ik nog mee, maar in de Puinduinen moet ik Hendrik en Tim laten rijden. Ik ben gewoon niet goed genoeg vandaag, zo simpel is het, en dan helpt het niet als je twee keer in je eentje alleen tegenwind rijdt. Jeroen van Dijke komt me ook voorbij. Het oogt zo fris als een hoentje.
Als tiende kom ik van de fiets, met vijf minuten achterstand op het podium. Ik besluit toch maar gas te geven en gewoon lekker te genieten van het lopen. Dan kan ik, na het missen van de eerste boei en het frustrerende mountainbikeonderdeel, toch nog positief afsluiten.
Tot mijn verbazing blijk ik goede loopbenen te hebben. Meestal loop ik in de Beach Challenge minder door de voorafgaande inspanningen, maar vandaag gaat het als een zonnetje. De eerste kilometers pak ik al een paar man terug, en aan het eind van de eerste ronde zie ik Tim van Daele voor me uit lopen. Die loopt op plaats zes: vier posities teruggewonnen. De tweede ronde blijf ik lekker lopen, en haal tot mijn eigen verbazing vlak voor de streep Rob Barel weer bij. Net achter Rob, als zesde en met de snelste looptijd van de dag, passeer ik de finish...
...om direct bij de jury aan te geven wat er met het zwemmen is gebeurd. De jury besluit uiteindelijk mij in de uitslag te laten staan, omdat een heel peloton de eerste boei gemist blijkt te hebben en ze geen voordeel zien in de alternatieve route die ik heb afgelegd.
Vandaag heb ik weer veel geleerd. Er had meer ingezeten, maar op de beslissende momenten was ik niet bij de les. De foto hierboven geeft precies aan hoe ik me na de finish voel. De Haagse dame heeft me dit jaar op de knieën gekregen.
Ten slotte: hulde aan Edo, die direct bij zijn debuut in Kijkduin wint.
Uitslag NK offroad Kijkduin, 9 juli 2011
1. Edo van der Meer 2:14:04
2. Martijn Dekker 2:15:27
3. Paul Embrechts (B) 2:16:36
4. Rorik Schouten 2:17:10
5. Rob Barel 2:18:49
5. Bert Flier 2:18:51