Welkom

Ik hoop dat je inspiratie vindt op mijn site!

Reacties of suggesties voor onderwerpen zijn welkom op mijn e-mailadres: bertflier72@gmail.com.

Veel plezier,

Bert Flier

dinsdag 10 december 2002

Sport, de belangrijkste bijzaak in het leven

In januari is de triatlonwereld opgeschrikt door een aantal tragische berichten. Uit Australië kwam het bericht dat Luke Harrop, broer van ex-wereldkampioene Loretta Harrop en een veelbelovend talent op de Olympische afstand, tijdens een trainingsrit met een groep Australische toptriatleten door een auto is geschept. In het ziekenhuis overleed hij aan zijn verwondingen. Een paar weken later is Marc Herremans tijdens een trainingsstage op Lanzarote ten val gekomen waarbij hij enkele wervels heeft gebroken. De kans is heel groot dat hij voor de rest van zijn leven invalide blijft. Marc was met zijn achtste plaats op het WK lange afstand in Fredericia en een zesde plaats in Hawaii één van de revelaties van het seizoen 2001 op de lange afstand en had, net als Luke, nog een grote toekomst voor zich.

De triatlonwereld heeft geschokt gereageerd op deze berichten. Ze hebben het besef aangewakkerd dat onze sport fantastisch mooi is, maar dat wij ook ontzettend kwetsbaar zijn. Er hoeft niet eens zo heel veel mis te gaan en je sportcarrière kan gewoon over zijn. Dan blijken andere zaken, zoals je geloof, een goed gezinsleven, en ‘gewoon gezond zijn’, ontzettend veel belangrijker te zijn dan je sport. In deze tijd van het maken van allerlei mooie plannen voor het komend seizoen, waarbij elke ambiteuze sporter zal proberen het maximale uit zijn lichaam te halen, is het wel eens goed zich te bedenken dat de toekomst anders kan uitpakken dan je zelf zou willen.

Veel sporters werken heel planmatig naar het seizoen toe, waarbij ervan uitgegaan wordt dat er een minimum (lees: geen) afleidende beslommeringen als griepjes, blessures etc. worden opgedaan. Sommige mensen voeren de ‘perfectie van het trainen’ zover door dat ze familiaire verplichtingen gaan ontlopen om maar beter voorbereid aan de start te zullen staan. Ik ken meer dan één atleet die door de sport een huwelijk of relatie op de klippen heeft zien lopen. Dat is wel een erg dure prijs voor een drie minuutjes winst op een kwart triatlon. Als je dan ook nog op jezelf wordt teruggeworpen door onvoorziene tegenslag is het leed helemaal niet te overzien.

Hoe kan je van je sport genieten zonder dat het ten koste gaat van andere zaken? Op het moment van schrijven (najaar 2002) lijkt Lance Armstrong een schoolvoorbeeld van goed met de sport omgaan. Hij heeft inmiddels het nodige meegemaakt, waardoor hij de sport enorm kan relativeren. Het opmerkelijke is dat hij daardoor een heel scherpe focus heeft – hij is degene die het rijden van een grote ronde tot in de puntjes toe heeft geperfectioneerd, tot aan het wegen van z’n spaghetti en het maken van video-opnames van beslissende punten in het parcours toe. Dat komt voort uit de ondervinding dat je maar een paar kansen in je leven krijgt en die daarom maar beter zo goed mogelijk kan benutten. Aan de andere kant stelt hij heel duidelijke prioriteiten – zijn gezin en gezondheid staan nummer 1 en hij is niet te beroerd zich in te zetten voor de strijd tegen kanker. Met andere woorden, hij laat in de voorbereiding op de Tour geen steekje vallen omdat hij er als geen ander van doordrongen is dat je maar één keer leeft, maar is zich tegelijk bewust van de relatieve waarde van dat alles en ruimt tijd in voor de dingen die echt belangrijk zijn. De man is in balans en juist daarom is hij ook zo moeilijk te kloppen. Zijn wereld zal niet instorten wanneer hij de Tour niet wint – hij heeft al een veel belangrijker strijd gewonnen.

(Inmiddels (februari 2008) weten we dat het beeld dat we in 2002 van Armstrong hadden, bijstelling behoeft.)

In dit verband is het aardig een kanttekening te plaatsen bij de steeds verdergaande commercialisering van de sport, die soms tot lachwekkende situaties lijdt. Na de mislukte race van Bob de Jong stond in de kranten een artikel met de kop ‘De Jong laat sponsor in de steek’. Alsof De Jong met zijn falen zijn sponsor zou hebben laten vallen. Bij sportsponsoring hoort nu eenmaal het risico dat een sporter om welke reden dan ook niet doet waarop wordt gehoopt. Dat is met name voor die sporter zelf een grote teleurstelling. Een goede sponsor zal na zo’n race de sporter proberen extra te ondersteunen in plaats van af te branden. Op zo’n moment heb je mensen nodig die in je geïnteresseerd zijn als mens, niet als falende sporter. Met name in de topsport geldt: als je wint heb je vrienden, en daar kan je aan toevoegen dat, als je verliest, je je vrienden leert kennen.

De les is dat sport heel veel voor je kan betekenen en je leven zelfs voor een groot deel kan bepalen, maar nooit op de eerste plaats dient te staan. Vroeg of laat houdt het een keer op, en dan sta je met lege handen als sport je leven was.